10 mei 2025/ 12 ijar 5785
Wajikra/Leviticus 19: 19 – 37, 20: 1 – 27. Tanach, blz. 241.
Haftara: Sjemoeël 28: 3 – 25. Tanach, blz. 600 – 602.
Vertaler: Bram Lagendijk
Coördinatie: Harry Polak
Commentaar: rabbijn Vanessa L. Ochs, emeritus-hoogleraar aan de Universiteit van Virginia (afdeling religieuze studies, Joods studieprogramma)
Use the link to read the original text in English.
_________________________________________________
Ruimte om te rouwen
De Toralezing van deze week is een dubbele sidra, bestaande uit Acharee Mot (‘Na de dood’) en Kedosjiem (‘Heiligheid’). De eerste verwijst naar de dood van Aharons zonen en de nasleep daarvan, waarover twee keer wordt verhaald in het boek Wajikra. Beide verhalen worden verschillend verteld. Waarom?
De eerste versie lazen we enkele weken geleden in sidra Sjemini, waar we leerden dat twee van Aharons vier zonen, Nadav en Awihoe, beiden priesters, “vreemd vuur voor de Eeuwige brachten” (Wajikra 10:1). Wat is vreemd vuur? De details van hun overtreding zijn opvallend vaag. Maar de gevolgen zijn dat allesbehalve. God zond vuur om hen te straffen en ze stierven.
Mosjee reageert op deze straf door Aharon in feite te vertellen dat zijn zonen dat verdienden. Hij acht het gepast om God te verdedigen, betogend dat de snelle dood Gods glorie vergrootte. Hoe reageert Aharon op de zekerheid van Mosjee omtrent de schuld van zijn zonen en Gods wil? Hij bleef stil.
Terecht – en zoals ik het lees, niet alleen vanwege zijn verdriet. Ik kan me voorstellen dat Aharon beledigd en zelfs geschokt was door de woorden van zijn broer. Kunnen we weten waarom een sterfgeval plaatsvindt? Mogen we zeggen dat iemand het verdiende om te sterven?
Het is niet ongebruikelijk dat mensen die rouwen om de vroegtijdige dood van hun dierbaren, zich afvragen waarom God dit heeft laten gebeuren. Daarop is maar één zinnig antwoord mogelijk: we weten het niet.
Aharons stilzwijgen is treffend, maar nauwelijks verrassend. Het bevestigt wat we al weten: sterfgevallen kunnen en mogen niet worden goedgepraat. Een advies om verder te gaan door de trieste gebeurtenis te rationaliseren maakt het voor een rouwende alleen maar pijnlijker, vooral wanneer die wordt geïnterpreteerd als een straf van God.
In Acharee Mot wordt het verhaal over de dood van Aharons zonen opnieuw verteld. Misschien komen we door de hervertelling meer te weten over Aharons emotionele en spirituele reactie. Maar nee. Aharon krijgt geen ruimte om te rouwen – om woede, verontwaardiging en schuldgevoelens te voelen. In plaats daarvan gaat de tekst direct over op de beschrijving van de complexe offerrituelen van boetedoening die Aharon, als hogepriester, op Jom Kipoer voor de gemeenschap moet uitvoeren. Zoals vaak in zulke situaties, wordt Aharon kennelijk opgedragen om door te gaan in het belang van anderen.
Maar de midrasj voor deze Toralezing laat wel de reactie zien van Elisjeva, de moeder van Nadav en Awihoe, en de vrouw van Aharon. Er is een traditie die Elisjeva ziet als een van de vroedvrouwen die de Joodse jongens redt die uit de Hebreeuwse slavinnen in Egypte worden geboren.
In tegenstelling tot haar man houdt Elisjeva haar verdriet niet stil. Ze wordt niet tot zwijgen gebracht door wie de dood van haar zonen zou willen goedpraten. Ze wordt niet gedwongen zich te verliezen in bedrijvigheid. Stelliger gezegd, alle vreugde die Elisjeva kende, “veranderde in rouw”. (Wajikra Rabba: 20:2)
In een andere midrasj wordt Elisjeva beschreven als iemand die haar dag vol trots begon met het aanschouwen van het belangrijke heilige werk van haar zonen. Maar “toen haar zonen binnenkwamen om te offeren, kwamen ze er verbrand uit, en haar feestvreugde veranderde in rouw. Ogenblikkelijk veranderde zij als het ware in rookpluimen.” (Sjier Hasjiriem Rabba 3:6)
In de dagen en weken na een overlijden, zelfs wanneer dat na een lang leven is, wordt er gewoonlijk steeds weer over verteld, alsof dat de verwerking van de gebeurtenis een nieuwe vorm kan geven. De herhaalde vertelling in Acharee Mot opent de deur naar de midrasj om een diepbedroefde moeder te laten zien, gehuld in pijn en rouw. We kunnen alleen maar hopen dat deze oprechte reactie een voorbeeld voor haar man is en dat ze hem aanspoort om ook zijn gevoelens te uiten.